Skip to main content

Uit de jongerenenquĂȘte bleek dat veruit de meeste jongeren geen wapen bij zich dragen. 16,5% van de jongeren geeft aan soms wel een wapen te dragen. Ongeveer de helft droeg een wapen (een multitool of zakmes), omdat ze dit nodig hadden voor hun werk of hobby, denk aan vakkenvullen, de scouting, de zeeverkenners, enzovoort. 8,2% van de jongeren gaf aan een wapen nodig te hebben om zich veilig te voelen in de gemeente Katwijk. Daarom is het belangrijk om als ouder het gesprek met je kind aan te gaan over het gebruik/bezit van wapens.

Tip 1: Wees nieuwsgierig!

Misschien zie je een item op het jeugdjournaal dat over wapenbezit gaat of komt er een videoclip voorbij waarin wapens te zien zijn. Dat zijn mooie aanleidingen voor zo’n gesprek. Voer dit gesprek in een ontspannen setting, bijvoorbeeld wanneer je samen de vaatwasser in ruimt of wanneer je samen in de auto zit. Stel je kind bijvoorbeeld de volgende vragen:

  • Hoe denk jij over wapenbezit?
  • Wat zie je hiervan om je heen, online of bij leeftijdsgenoten?
  • Waarom dragen mensen wapens bij zich, denk jij?
  • Hoe zou de politie hier volgens jou mee om kunnen gaan?

Tip 2: Verdiep je in het thema

Houd in de gaten wat er speelt in de leefwereld van je kind en verdiep je in deze leefwereld. Naar welke muziek luistert je kind graag? Hoe zien de videoclips van deze artiesten eruit? Waar gaan de nummers van deze artiesten over? Welke influencers volgen ze graag? Wat vinden zij leuk aan deze influencers? Wat stralen deze influencers uit? Zo weet je wat de interesses van je kind zijn en kan je hier met elkaar over praten.

Tip 3: Geef kloppende informatie

Op het internet wordt enorm veel informatie verspreid. Voor kinderen en pubers is het heel lastig om betrouwbare informatie te scheiden van onbetrouwbare informatie. Check daarom wat je kind hoort en ziet, zodat je kunt aangeven of dit ook daadwerkelijk klopt. 

Tip 4: Bespreek de regels

Kinderen hebben moeite met het inschatten van risico’s. Daarom zijn regels heel belangrijk voor kinderen. Spreek de regel dus concreet uit. Geef bijvoorbeeld aan: ‘Ik vind het belangrijk dat je geen gebruik maakt van wapens en ook geen wapens in je bezit hebt.’ Leg ook uit wat je onder wapens verstaat. Heeft je kind een zakmes? Bespreek dan ook wanneer hij/zij het zakmes bij zich mag hebben en wanneer niet en welke functie het zakmes heeft. Regels geven geen garanties, maar hebben wel een remmende functie op het gedrag van het kind.