Skip to main content
Zinbergdriehoek

 

Het middel

We onderscheiden drie soorten middelen: verdovende middelen, stimulerende middelen en hallucinerende middelen. Middelen kunnen dus verschillende effecten hebben. Ook is de werkingsduur per middel verschillend. Daarnaast is het effect afhankelijk van de hoeveelheid die je inneemt en hoe je het inneemt.

De persoon

De lichamelijke en geestelijke eigenschappen van de persoon zijn hierin van belang. Voorbeelden zijn: lichamelijke gezondheid, geestelijke gezondheid, fitheid, stemming, verwachtingen van het middel, enzovoort.

De omgeving

De omgeving heeft invloed op het effect van de werking van een middel. Voorbeelden van omgevingsfactoren zijn: temperatuur, locatie, drukte, tijdstip, wel of geen waterverstrekking, enzovoort.